voeteinde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voeteinde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • voet·ein·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voeteinde voeteinden
voeteindes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetvoeteindeo

  1. uiteinde van een bed waar normaliter de voeten liggen
    • Het vermagerde en uitgedroogde meisje is naar een ziekenhuis gebracht waar de artsen haar laten aansterken. „Wij moeten op Jezus vertrouwen", zei haar moeder, gezeten aan het voeteinde van haar bed. Het meisje, van wie de naam niet is bekendgemaakt, heeft veel last van nachtmerries. [1] 
    • Na een nachtje op rooftocht legt ze de gestolen goederen aan het voeteinde van het bed van haar baasje. De kat blijkt er ook altijd naar te streven om beide sokken van een paar te verzamelen. ,,Een ligt bij de voordeur en de ander bij de achterdeur, dus ze is duidelijk teruggekeerd om de bijpassende sok te vinden", aldus de eigenares. [2] 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord voeteinde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.