voetplaat
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voetplaat (hulp, bestand)
Woordafbreking
- voet·plaat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voet zn en plaat zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voetplaat | voetplaten |
verkleinwoord | voetplaatje | voetplaatjes |
Zelfstandig naamwoord
de voetplaat v / m [1]
- plaat waarop men de voet kan laten rusten
- ▸ Volkswagen is een terugroepactie gestart voor 38.100 auto's die dit jaar zijn geproduceerd. Het gevaar is dat de voetplaat van het rempedaal onder bepaalde omstandigheden kan vervormen of los raken. In Nederland moeten ongeveer 850 auto’s terug naar de garage, bevestigt importeur Pons Automobielhandel in Leusden.[2]
- plaat waarop een toestel op de grond kan rusten
- ▸ Ze waren net bezig om de voetplaat op de grond te fixeren, toen op de Unterleutner Landstrage het geronk van de MG klonk.[3]
Gangbaarheid
- Het woord voetplaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Volkswagen haalt ruim 38.000 auto's terug vanwege risico met rempedaal” (16-12-2020), Tubantia
- ↑ “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026334672
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.