vogelhuis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vogelhuis    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vo·gel·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vogelhuis vogelhuizen
verkleinwoord vogelhuisje vogelhuisjes

Zelfstandig naamwoord

hetvogelhuiso

  1. voederplaats voor volgels vaak vogelhuisje genoemd
  2. door mensen gemaakte plaats waar vogels kunnen nestelen
  3. een groter bouwwerk waarin de volgens gevangen zitten, volière
    • Ook kan een bezoek worden gebracht aan de keukens van o.a. het reptielenhuis, vogelhuis en het kleine zoogdierenhuis. [1] 

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord vogelhuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. NRC 15 april 1999
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.