volgreeks

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  volgreeks    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • volg·reeks
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord volgreeks volgreeksen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

devolgreeksv/m

  1. aaneengesloten rij opeenvolgende zaken of personen
Synoniemen
  • volgrij
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord volgreeks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
73 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.