voorpret

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voorpret    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • voor·pret
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voorpret -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

devoorpretv/m

  1. het plezier dat men bij voorbaat heeft, voordat men iets plezierigs beleven gaat
    • De voorpret hoort bij mij ook al tot vakantie. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord voorpret staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.