voorspellen

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

  • Geluid:  voorspéllen    (hulp, bestand)
    • IPA: /vorˈspɛlə(n)/ (3 lettergrepen)
  • Geluid:  vóórspellen    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈvorspɛlə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • voor·spel·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
voorspellen
voorspelde
voorspeld
zwak -d volledig

Werkwoord

voorspéllen

  1. overgankelijk een uitspraak doen over toekomstige gebeurtenissen
Verwante begrippen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
voorspellen
spelde voor
voorgespeld
zwak -d volledig

Werkwoord

vóórspellen

  1. overgankelijk letter voor letter laten horen hoe een woord wordt geschreven

Gangbaarheid

  • Het woord voorspellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.