voorspelling

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voorspelling    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • voor·spel·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voorspelling voorspellingen
verkleinwoord voorspellinkje voorspellinkjes

Zelfstandig naamwoord

devoorspellingv

  1. een uitspraak over iets wat in de toekomst zou kunnen gebeuren
    • Zijn voorspelling is toch nog uitgekomen. 
    • Ook kwam hij terug op de favorietenrol die hem vanaf het begin werd toegedicht. ,,Ik heb die voorspellingen nooit beschouwd als waarheden. Het waren voorspellingen, meer niet. [1] 
     De voorspellingen zijn goed: met 18 graden en een aardig lentezonnetje belooft het donderdag een heerlijke Bevrijdingsdag te worden. Het festival op de Universiteit Twente - Bevrijdingsdag Enschede - is stijf uitverkocht.[2]
     Want nadat hij terugkeerde van de Hardangervidda, en de Spoorlijn tegen alle voorspellingen van de zogenaamde kenners in werkelijkheid was geworden, zou zijn leven nooit meer hetzelfde zijn.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord voorspelling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tubantia Stefan Raatgever 19 mei. 2019 Duncan doet waar Nederland na 44 jaar naar smachtte
  2. Weblink bron
    Joost Dijkgraaf
    “Bevrijdingsfestival in Enschede stijf uitverkocht: ‘Al wachtlijst van 3.000 man’” (03-05-2022), Tubantia
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.