vraagzin

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vraagzin    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvraxsɪn/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈvraχzɪn/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈvraxzɪn/
    • (Limburg): /ˈvraɣzɪn/
Woordafbreking
  • vraag·zin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vraagzin vraagzinnen
verkleinwoord vraagzinnetje vraagzinnetjes

Zelfstandig naamwoord

devraagzinm

  1. (grammatica) een zin in de vorm van een vraag
    • De opdracht was om de zin om te zetten naar een vraagzin. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vraagzin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.