vrat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vrat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vrat

Werkwoord

vervoeging van
vreten

vrat

  1. enkelvoud verleden tijd van vreten
    • Ik vrat. 
    • Jij vrat. 
    • Hij, zij, het vrat. 

Gangbaarheid

  • Het woord vrat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
59 %van de Nederlanders;
42 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord vrat vratte
Woordafbreking
  • vrat

Zelfstandig naamwoord

vrat

  1. wrat

Meer informatie

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /vrat/
Woordafbreking
  • vrat

Zelfstandig naamwoord

vrat

  1. genitief meervoud van vrata
Anagrammen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.