vrijlopen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vrijlopen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vrij·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vrijlopen
liep vrij
vrijgelopen
klasse 7 volledig

Werkwoord

vrijlopen [1]

  1. onovergankelijk (sport) zo lopen dat men vrij is van dekking van een tegenstander
Verwante begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

devrijlopenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vrijloop

Gangbaarheid

  • Het woord vrijlopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.