vrijloop

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vrijloop    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vrij·loop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vrijloop vrijlopen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

devrijloopm

  1. (werktuigbouwkunde) stand van de versnellingsbak waarbij de verbrandingsmotor vrij kan lopen zonder aandrijving van de wielen
  2. (werktuigbouwkunde) mechanisme waardoor men bij een fiets de trappers stil kan houden terwijl de fiets toch rijdt
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord vrijloop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Werkwoord

vervoeging van
vrijlopen

vrijloop

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrijlopen
    • ... dat ik vrijloop. 

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.