vuurdoren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vuurdoren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvyrdorən/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • vuur·do·ren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vuurdoren vuurdorens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

devuurdorenm

  1. Pyracantha coccinea  geslacht van groenblijvende struiken uit de rozenfamilie (Rosacea)
     Buurman en duivenliefhebber Gurbe met wie ik regelmatig een praatje maak over de schutting (vroeger over de heg) kwam met een merkwaardig voorval. Gisteren had hij een mannetjes havik het leven gered. De havik had zich volledig klem in mijn vuurdoren geboord. Hij zal zo vast als een huis en omdat ik niet thuis was had Gurbe de vogel uit zijn benarde positie bevrijd. Hij had daarbij de vuurdoren volgens zijn zeggen enige schade toegebracht en verontschuldigde zich daarvoor.[2]
Schrijfwijzen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vuurdoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Formaldehyde” (bezochtdatum=2021-10-11), kooikerduiven.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.