vuurhaard

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vuurhaard    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vuur·haard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vuurhaard vuurhaarden
verkleinwoord vuurhaardje vuurhaardjes

Zelfstandig naamwoord

devuurhaardm [1]

  1. het begin van een brand
    • Een ooggetuige vertelde tegen de politie dat er vlammen uit de koelkast waren gekomen. In de buurt van het apparaat werden duidelijke sporen van brand aangetroffen, wat erop kan wijzen dat het toestel inderdaad de vuurhaard was. [2] 
    • Een enorme brand heeft in de nacht van dinsdag op woensdag een bedrijfspand in Wateringen volledig verwoest. Het vuur brak uit in de hal van Verkade klimaat op een bedrijventerrein aan de Turfschipper en groeide al snel uit tot een enorme vuurhaard. De rookwolken die daarbij vrijkwamen waren tot ver in de regio te zien. Het pand kan als verloren worden beschouwd. [3] 
  2. kachel met open vuur in een woonhuis; open haard
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vuurhaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.