wachtlijstpatiënt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wachtlijstpatiënt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wacht·lijst·pa·ti·ent
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wachtlijst zn en patiënt zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | wachtlijstpatiënt | wachtlijstpatiënten |
| verkleinwoord | wachtlijstpatiëntje | wachtlijstpatiëntjes |
Zelfstandig naamwoord
de wachtlijstpatiënt m
- (medisch) persoon die lijdt aan een aandoening en moet wachten voordat hij of zij geholpen kan worden
- ▸ Dennis Weening presenteerde de 13-uur durende marathonshow gisteren live op YouTube. De Google+ Hangout maakte interactie mogelijk tussen verschillende medici, getransplanteerden en wachtlijstpatiënten. Aan het woord kwamen onder anderen de donatie-intensivist van het UMC St Radboud in Nijmegen, ervaringsdeskundige Laura Adrover wiens overleden broer zijn organen beschikbaar stelde en Bauke van der Snee die op een donorhart wacht. Het werd een dag vol persoonlijke gesprekken, positieve inspiratie en bijzondere acties, met als afsluiter een spetterend optreden van 2Unlimited.[1]
Gangbaarheid
- Het woord wachtlijstpatiënt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “BNers draaien dertien uur voor donatie”, Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.