wagenspoor

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wagenspoor    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wa·gen·spoor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wagenspoor wagensporen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetwagenspooro [1]

  1. door wielen gemaakte verdieping in een weg
     'We zijn weggezakt in een wagenspoor,' zei hij.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord wagenspoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Victoria Holt
    “Minnares van de duivel” (1982), Saga, ISBN 9788726484731
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.