wangedrag
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wangedrag (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɑŋɣəˌdrɑx / (3 lettergrepen); /'ʋɑn.χə.drɑx/
Woordafbreking
- wan·ge·drag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wan bn en gedrag zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wangedrag | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het wangedrag o
- gedrag dat tegen de regels van het fatsoen ingaat
- Zijn wangedrag hangt me verschrikkelijk de keel uit.
- ▸ Recent kwam er een nieuw schandaal aan het licht. De premier had een ex-regeringslid ondanks klachten over seksueel wangedrag toch een baan gegeven.[2]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord wangedrag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wangedrag" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Britse premier Johnson stapt op, maar blijft zitten tot opvolger bekend is” (onderdag 07 juli 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.