wanklank
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wanklank (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɑŋklɑŋk / (2 lettergrepen); /ʋɑnklɑŋk/
Woordafbreking
- wan·klank
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wan bn en klank zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wanklank | wanklanken |
verkleinwoord | wanklankje | wanklankjes |
Zelfstandig naamwoord
de wanklank v / m
- (muziek) een geluid dat de muziek verstoort
- De voobijrazende brandweer veroorzaakte met zijn luide sirene een wanklank tijdens het concert.
- overdrachtelijk een gebeurtenis of daad die de sfeer bederft
- De enige wanklank tijdens het geslaagde feest was de ruzie die uitbrak tussen de broer van de bruidegom en die van de bruid.
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord wanklank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wanklank" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.