dissonant
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dissonant (hulp, bestand)
- IPA: /dɪso'nant/
Woordafbreking
- dis·so·nant
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘wanklank’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
- afgeleid van sonant met het voorvoegsel dis- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dissonant | dissonanten |
verkleinwoord | dissonantje | dissonantjes |
Zelfstandig naamwoord
de dissonant m
- (muziek) een verzameling van niet-harmonierende klanken
- De muziek was bij momenten pijnlijk dissonant en loeihard.
- een valse noot
- Het voorval bracht een dissonant in de algemene feestvreugde.
Synoniemen
Vertalingen
1.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | dissonant | dissonanter | dissonantst |
verbogen | dissonante | dissonantere | dissonantste |
partitief | dissonants | dissonanters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
dissonant
- wanluidend.
- Dit laatste lied was meldenswaardig door zijn perfecte harmonie tussen de dissonante melodieën en het subtiel aanzwellende achtergrondkoor.
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord dissonant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dissonant" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "dissonant" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ dissonant op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.