warren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  warren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈʋɑrən/
Woordafbreking
  • war·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
warren
warde
geward
zwak -d volledig

Werkwoord

warren

  1. overgankelijk(verouderd) in de war brengen
  2. (visserij) gekaakte haring in zout rondwentelen met een leutel in de warrebak
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

dewarrenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord war

Gangbaarheid

  • Het woord warren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
42 %van de Nederlanders;
49 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.