wasautomaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wasautomaat    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɑsɑutomat/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • was·au·to·maat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wasautomaat wasautomaten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dewasautomaatm

  1. apparaat dat het hele wasproces van kleding achterelkaar automatisch uitvoert
    • Voor de tweede keer binnen twee weken brak er in de woning van de familie Kamphuis uit Losser brand uit. Eerst op zolder - kortsluiting in de wasautomaat - en zondagmorgen in alle vroegte in de keuken. Een ontplofte deodorantbus zorgde dat de familie op tijd wakker werd en veilig het huis uit kon komen. [1] 
    • Ronduit verrassend is de ruimte aan stuurboordzijde in het achterschip; Jeanneau voorziet hier standaard in een ‘schuurtje’ met plaats voor bijvoorbeeld een wasautomaat, maar waar ook een werkplaats, tweede gastenhut, kantoor of zelfs bemanningsruimte kan worden gerealiseerd. [2] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord wasautomaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tubantia 08-06-15 Echtpaar gered van brand door knal van deo-spuitbus
  2. De Telegraaf ALFRED J. BOER 10 jun. 2017 Fraaie Francaise
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.