wateroppervlakte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wateroppervlakte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wa·ter·op·per·vlak·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wateroppervlakte wateroppervlakten
wateroppervlaktes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dewateroppervlaktev

  1. het grensvlak tussen water en lucht
     Vanaf het strand is een mui niet goed te zien. Toch kan er onder het wateroppervlakte bij de kustlijn eentje zitten.[2]
     De vriendin waarmee hij dook zegt dat hij niet stapsgewijs naar boven ging, zoals gebruikelijk is, maar in één keer. Hij zou bij het wateroppervlakte verstrengeld zijn geraakt in de touwen van een boei en de boot.[3]
     Heb je een regenton in de tuin? Gooi er een scheut zonnebloemolie in want dan kunnen de muggen, als de eitjes uitkomen, niet naar de wateroppervlakte zwemmen en verdrinken ze.[4]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord wateroppervlakte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Muiboei moet mensen waarschuwen voor sterke stroming” (25-08-2016), NOS
  3. Weblink bron “Nederlandse duiker vermist in de Noordzee” (26-06-2016), NOS
  4. Weblink bron “Historische muggenplaag op komst” (02-08-2011), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.