waterschot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  waterschot    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwatərˌsxɔt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • wa·ter·schot
Woordherkomst en -opbouw
[A] enkelvoud meervoud
naamwoord waterschot waterschotten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetwaterschoto

  1. wand om water tegen te houden
  2. (waterbeheer) tijdelijke vermindering van de doorvaartwijdte in een kanaal
[B] enkelvoud meervoud
naamwoord waterschot waterschoten
verkleinwoord - -

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie in betekenis [B].

Zelfstandig naamwoord

hetwaterschoto

  1. (waterbeheer) (verouderd) belasting betaald aan een waterschap
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord waterschot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.