weekblad

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  weekblad    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwekblɑt/ (2 lettergrepen); /'ʋekblɑt/
Woordafbreking
  • week·blad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord weekblad weekbladen
verkleinwoord weekblaadje weekblaadjes

Zelfstandig naamwoord

hetweekblado

  1. een publicatie die wekelijks verschijnt
    • Ik krijg dit weekblad al een paar jaar. 
Hyponiemen
  • damesweekblad, opinieweekblad, partijweekblad, studentenweekblad
Afgeleide begrippen
  • weekbladredacteur
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord weekblad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.