weeraal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  weeraal    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈweral/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • weer·aal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord weeraal weeralen
verkleinwoord weeraaltje weeraaltjes

Zelfstandig naamwoord

deweeraalv/m

  1. (straalvinnigen) bepaald soort langgerekte spoelvormige vis met een donkerbruine grondkleur, een geeloranje buik en zwarte lengtestrepen, Misgurnus fossilis 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'weeraal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
25 %van de Nederlanders;
23 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.