donderaal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: donderaal (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdɔndərˌal / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- don·der·aal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van donder zn en aal zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | donderaal | donderalen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de donderaal m
- (straalvinnigen) bepaald soort langgerekte spoelvormige vis met een donkerbruine grondkleur, een geeloranje buik en zwarte lengtestrepen, Misgurnus fossilis
Synoniemen
- modderkruiper, barometervis, modderaal, weeraal, weervis
Gangbaarheid
- Het woord donderaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "donderaal" herkend door:
41 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.