wegeling

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wegeling    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • we·ge·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wegeling wegelingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dewegelingm

  1. (verouderd) wegel, pad, weggetje

Gangbaarheid

  • Het woord wegeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
23 %van de Nederlanders;
31 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.