weldoener

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  weldoener    (hulp, bestand)
  • IPA: /'wɛldunər/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • wel·doe·ner
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van wel en doen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord weldoener weldoeners
verkleinwoord weldoenertje weldoenertjes

Zelfstandig naamwoord

deweldoenerm

  1. iemand die een goede daad doet door iemand vooral financieël te helpen
     Zo was de eenvoudige monnik uit Myra, die in de vierde eeuw plotseling in de geschiedenis kwam als de weldoener van alle mensen - en er korte tijd later weer uit verdween - nu in oost en west bekend.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord weldoener staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 10
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.