werkplaats

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  werkplaats    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • werk·plaats
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord werkplaats werkplaatsen
verkleinwoord werkplaatsje werkplaatsjes

Zelfstandig naamwoord

dewerkplaatsv/m

  1. een plaats of gebouw ingericht voor het verrichten van bepaald werk
    • Zijn werkplaats was uitstekend ingericht voor het gieten van brons. 
  2. de stad of dorp waar iemand het werk verricht
Antoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • werkplaatsapparatuur, werkplaatsassistent, werkplaatschef, werkplaatshandboek, werkplaatskaart, werkplaatsproductie
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord werkplaats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.