wervelend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wervelend    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɛrvələnt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • wer·ve·lend

Werkwoord

vervoeging van: wervelen
verbogen vorm: wervelende

wervelend

  1. onvoltooid deelwoord van wervelen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen wervelendwervelenderwervelendst
verbogen wervelendewervelenderewervelendste
partitief wervelendswervelenders-

Bijvoeglijk naamwoord

wervelend

  1. snel ronddraaiend
  2. (figuurlijk) heel levendig
    • De Deventer binnenstad was zaterdagavond weer het decor van een opeenstapeling van wervelende voorstellingen vol met licht, kleur en beweging. [1] 
    • De naam van David Neres galmt aanstekelijk door de Johan Cruijff Arena. Op een vrolijk Braziliaans melodietje. De volumeknop in het stadion gaat omhoog na het wervelende begin van de tweede helft. [2] 
    • Amsterdam heeft HC Den Bosch vanmiddag onttroond als landskampioen hockey bij de vrouwen. Aan de Bossche Oosterplas was een wervelende eerste helft van de bezoekers genoeg om Den Bosch voor de tweede keer in drie dagen tijd te kloppen: 0-2. [3] 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord wervelend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.