whistle
Engels
Uitspraak
- Geluid: whistle (VS) (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw
- Van Angelsaksisch hwistlian, verder te herleiden tot Protogermaans *hwis-.[1]
enkelvoud | meervoud |
---|---|
whistle | whistles |
Zelfstandig naamwoord
whistle
- (muziekinstrument) fluit, fluitje
- een fluitend geluid, gefluit
- (anatomie), (informeel) geheel van mond- en keelholte
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to whistle |
he/she/it | whistles |
verleden tijd | whistled |
voltooid deelwoord |
whistled |
onvoltooid deelwoord |
whistling |
gebiedende wijs | whistle |
Werkwoord
whistle
- onovergankelijk, overgankelijk een fluitend geluid maken, fluiten
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.