wierdijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wierdijk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wier·dijk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wierdijk wierdijken
verkleinwoord wierdijkje wierdijkjes

Zelfstandig naamwoord

dewierdijkm

  1. (waterbeheer) dijk met een wieriem
     Langzaam maar zeker was in 125 jaar het vasteland dichterbij gekomen. Weg was daarmee de eigenaardige aanblik op het eiland, de wit-uitgeslagen wierdijk. En wèg was een groot deel van de broodwinning van de Wieringer vissers: het wier, dat in grote velden voor de zuidelijke kust groeide en ronddreef, en dat zo belangrijk was dat er zelfs een biddag voor het wier bestond, volgens een zestiendeeeuwse historicus.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'wierdijk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Marleen van Swigchem
    In Wieringen was vroeger een biddag voor het wier (10-6-1995) in: Trouw , blz. 65 kol. 2
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.