wijsheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wijsheid    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɛishɛit/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • wijs·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wijsheid wijsheden
verkleinwoord wijsheidje wijsheidjes

Zelfstandig naamwoord

dewijsheidv

  1. gerijpt inzicht; de waarheid
     Wat was wijsheid? Goldie had zich al aangesloten bij Plan A.[2]
  2. mate waarin gerijpt inzicht wordt getoond
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1] de wijsheid in pacht hebben
    doen alsof je ergens erg veel verstand van hebt
  • [1] zuinigheid die de wijsheid bedriegt
    de wens zo weinig mogelijk aan iets uit teven, veroorzaakt later juist extra kosten
Spreekwoorden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord wijsheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.