winstdaling

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  winstdaling    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɪnsdalɪŋ/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • winst·da·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord winstdaling winstdalingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dewinstdalingv

  1. (economie) vermindering van de winst
    • De Kospi in Seoul steeg 0,5 procent. In Zuid-Korea meldde Samsung een flinke winstdaling over het derde kwartaal, door de affaire rondom de Galaxy Note 7. Samsung won desondanks 0,4 procent. [1] 
    • Voor BNP Paribas resteerde onder de streep een bedrag van 1,9 miljard euro. Dit betekende een stijging van 3 procent ten opzichte van een jaar eerder. Analisten gingen er over het algemeen van uit dat de nettowinst 1,7 miljard euro zou bedragen, wat een winstdaling zou hebben betekend. [2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord winstdaling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.