winstgroei

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  winstgroei    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɪns(t)xruj/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • winst·groei
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord winstgroei
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dewinstgroeim

  1. (economie) de toename van de winst
    • In China meldde het nationale statistiekbureau dat de winstgroei van de industrie in september behoorlijk is afgezwakt. De Shanghai Composite noteerde tussentijds 0,4 procent in de min. De Hang Seng in Hongkong stond 1,1 procent in het rood. Ook de Australische All Ordinaries (min 1,2 procent) deed een stap terug. [1] 
    • "Deze investeringen in mensen en infrastructuur zullen uiteraard gevolgen hebben voor de winstgroei op korte termijn", zei financieel directeur John Goodwin. Hij benadrukte dat ze hard nodig zijn om wereldwijd nog meer kinderen kennis te laten maken met Lego. [2] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • winstgroeivoet

Gangbaarheid

  • Het woord winstgroei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tubantia 27 oktober 2016 Nikkei sluit met klein verlies
  2. Tubantia 10 januari 2017 Investeringen drukken winst bij Lego
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.