wintertaling
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wintertaling (hulp, bestand)
Woordafbreking
- win·ter·ta·ling
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van winter zn en taling zn [1][2]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | wintertaling | wintertalingen |
| verkleinwoord | wintertalinkje | wintertalinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de wintertaling m [3]
- (eendvogels) Anas crecca , een vogel uit de familie van Anatidae (zwanen, ganzen, grondel- en zwemeenden) met bruine kop die vooral in het winterhalfjaar talrijk voorkomt
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord wintertaling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.