witheer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: witheer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wit·heer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wit bn en heer zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | witheer | witheren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de witheer m
- (religie) kloosterling van de in 1121 door de Heilige Norbertus gestichte orde van Prémontré
- (drinken) een Belgisch-Nederlands bier, gebrouwen door de Scheldebrouwerij
- grootvader, opa
Synoniemen
- [1] premonstratenzer
Gangbaarheid
- Het woord witheer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "witheer" herkend door:
32 % | van de Nederlanders; |
42 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.