wo.

Niet te verwarren met: wo

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  woensdag    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwunzdɑx/
Woordafbreking
  • wo.
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de wo. m

  1. (afkorting), (tijdrekening), (dag) woensdag, de derde dag van de werkweek
    «De vergadering is wo. 14 aug. a.s.»
    De vergadering wordt op woensdag 14 augustus aanstaande gehouden.
Opmerkingen
  • Echte afkortingen worden als regel met een punt geschreven, maar in opsommingen waar uit de context al duidelijk is dat het om de naam van een weekdag gaat is het gebruikelijk om de punt weg te laten: wo [1].
Schrijfwijzen

Meer informatie

Verwijzingen

Gangbaarheid

  • Het woord wo. staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.