wo
Niet te verwarren met: wo., W.O., WO |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wo
Woordherkomst en -opbouw
- m: (verkorting) van het Nederlandse zelfstandige naamwoord woensdag
- o: (initiaalwoord) van wetenschappelijk onderwijs
Zelfstandig naamwoord
de wo m
- (afkorting), (tijdrekening), (dag) woensdag, de derde dag van de werkweek, na dinsdag en vóór donderdag
- «Open: di, wo, do, vr; dicht: za, zo, ma.»
- Geopend op dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag; gesloten op zaterdag, zondag en maandag.
- «Open: di, wo, do, vr; dicht: za, zo, ma.»
Opmerkingen
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord
het wo o
- (onderwijs) verzamelterm voor het onderricht dat wordt gegeven aan universiteiten en dat geacht wordt een verbinding te leggen met onderzoek waarin de kennis op een vakgebied verder ontwikkeld wordt
Schrijfwijzen
- W.O. (voor 1996)
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord wo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
Verwijzingen
- ↑ Afkortingen van de dagen van de week op website: taaladvies.net; geraadpleegd 2016-10-26
Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- wo
Woordherkomst en -opbouw
Vragend voornaamwoord
wo
- waar
- «Wo kann ich das finden?»
- Waar kan ik dat vinden?
- «Wo kann ich das finden?»
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron wo in: Wolfgang Pfeifer et al.Etymologisches Wörterbuch des Deutschen (1993), digitalisierte und von Wolfgang Pfeifer überarbeitete Version im Digitalen Wörterbuch der deutschen Sprache op dwds.de
Limburgs
Uitspraak
- IPA:
- (Etsbergs): /ʍoː/
- (Maastrichts): /βuˑ/
- (Montforts): /ʍoː/
- (Roermonds): /woː/
- (Rothenbachs): /ʍoː/
Voegwoord
wo
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.