zaadval

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zaadval    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zaad·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zaadval -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dezaadvalm

  1. (plantkunde) het laten vallen van zaden door bomen en planten
    • De zaadval van de boom in de achtertuin was de vorige maand. 

Gangbaarheid

  • Het woord zaadval staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
51 %van de Nederlanders;
46 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.