zaagstoel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zaagstoel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zaag·stoel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zaagstoel zaagstoelen
verkleinwoord zaagstoeltje zaagstoeltjes

Zelfstandig naamwoord

dezaagstoelv/m

  1. het onderstel dat bij het zagen wordt gebruikt
    • De zager zaagde op de zaagstoel het stuk hout in tweeën. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'zaagstoel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.