zaalhouder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zaalhouder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zaal·hou·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zaalhouder zaalhouders
verkleinwoord zaalhoudertje zaalhoudertjes

Zelfstandig naamwoord

dezaalhouderv/m

  1. iemand die een zaal in beheer houdt
    • De zaalhouder ruimde de rommel op en veegde de vloer aan. 

Gangbaarheid

  • Het woord zaalhouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.