zadeldak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zadeldak    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • za·del·dak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zadeldak zadeldaken
verkleinwoord zadeldakje zadeldakjes

Zelfstandig naamwoord

hetzadeldako

  1. een dak met twee tegen elkaar geplaatste gelijkhellende dakschilden
    • De kerk van Anloo heeft een zadeldak. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zadeldak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.