zedenmeester

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zedenmeester    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ze·den·mees·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zedenmeester zedenmeesters
verkleinwoord zedenmeestertje zedenmeestertjes

Zelfstandig naamwoord

dezedenmeesterm

  1. iemand die regelmatig/voortdurend zegt wat wel en niet zou mogen op zedelijk gebied.
    • Het blad, [de Hollandsche Spectator] en daarmee dus zijn redacteur Justus van Effen, fungeerde als een gezaghebbende zedenmeester, die de principes van de Verlichting (redelijkheid, tolerantie, sociabiliteit) vertaalde naar de burgers toe. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zedenmeester staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.