zeeblauw

Nederlands

 
zeeblauw
Uitspraak
  • Geluid:  zeeblauw    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzeblɑu/
Woordafbreking
  • zee·blauw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeeblauw -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetzeeblauwo

  1. (kleur) groenblauwe tint zoals die van uitgestrekte oppervlakten van zoutwater
    • Het zeeblauw van haar jurk stond haar uitstekend. 
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen zeeblauwzeeblauwerzeeblauwst
verbogen zeeblauwezeeblauwerezeeblauwste
partitief zeeblauwszeeblauwers-

Bijvoeglijk naamwoord

zeeblauw

  1. (kleur) met groenblauwe tint zoals die van uitgestrekte oppervlakten van zoutwater
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord zeeblauw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.