zeeboot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zeeboot    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zee·boot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeeboot zeeboten
verkleinwoord zeebootje zeebootjes

Zelfstandig naamwoord

dezeebootv/m

  1. (scheepvaart) een zeewaardig vaartuig, met name een beurtschip dat op zee kon varen
    • Een waterklerk bestelde al voor het binnenlopen het drinkwater voor de zeeboten. 

Gangbaarheid

  • Het woord zeeboot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.