zeelui

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zeelui    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzelœy/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • zee·lui
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - zeelui
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dezeeluimv

  1. personen die voor hun beroep de zee bevaren
    • De zeelui waren voor het eerst sinds weken weer aan de wal. 
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord zeeman
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'zeelui' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.