zegelwet
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zegelwet (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ze·gel·wet
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | zegelwet | zegelwetten |
| verkleinwoord | - | - |
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zegel en wet
Zelfstandig naamwoord
de zegelwet v / m
- (juridisch) een wet die de verplichting oplegde een zegel te plakken op iedere kwitantie en op deze wijze belasting te betalen
- De Nederlandse zegelwet van 1917 is in 1972 afgeschaft.
Gangbaarheid
- Het woord 'zegelwet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zegelwet" herkend door:
| 74 % | van de Nederlanders; |
| 83 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.