zeilles
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zeilles (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɛilɛs / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- zeil·les
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zeil ww en les zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeilles | zeillessen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de zeilles v / m
Gangbaarheid
- Het woord 'zeilles' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeilles" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Hansen, W."Zeven jaar wachten op gunstige wind" in: De Volkskrant jrg. 74 nr. 21633 (8 september 1995); p. 24 (6) kol. 4; geraadpleegd 2018-10-07
- ↑ fotobijschrift in: "Parlementaire Kroniek." in: Rotterdamsch Nieuwsblad jrg. 32 nr. 10038 (12 december 1910); p. 5 kol. 1/2; (oudste vindplaats op Delpher) geraadpleegd 2018-10-07
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.