zelfgegevenheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zelfgegevenheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zelf·ge·ge·ven·heid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf zn en gegevenheid zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | zelfgegevenheid | zelfgegevenheden |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zelfgegevenheid v
- evidentie, vanzelfsprekendheid
- ▸ De naïviteit waarmee de “klare zelfgegevenheid der verschijnselen” in de natuurlijke leefwereld werd geaccepteerd, moest doorbroken worden om tot onomstotelijke wetenschappelijke vaststellingen te komen[1]
Gangbaarheid
- Het woord zelfgegevenheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron F.H.J.G.; Bink“Beeld en evenbeeld” (2013), Tilburg University
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.