zenderkleuring

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zenderkleuring    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzɛndərˌklørɪŋ/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • zen·der·kleu·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zenderkleuring zenderkleuringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dezenderkleuringv

  1. (media) kenmerkende aard en doelgroep van programma's die te zien en te beluisteren zijn op een bepaalde radio- of televisiezender
     Er zijn een paar lichtpunten: de waardering voor de publieke omroep blijft hoger dan die voor de commerci[ële], de zenderkleuring bij radio werpt af en toe zijn vruchten af, er worden regelmatig wonderschone programma's gemaakt, en niet onbelangrijk: de publieke omroep zit vol met goede en gedreven programmamakers.[1]
     Door de zogeheten "zenderkleuring", die bepaalt dat op een zender vooral nieuws of amusement te zien moet zijn, worden ze teveel in een keurslijf gedwongen.[2]
     Zapp, dat programma’s uitzendt voor kinderen van 8 tot 12 jaar, paste in 2008 de ‘zenderkleuring’ aan om een stoerder imago te creëren.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord zenderkleuring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Gerard Hulshof
    “Het publieke bestel moet nog kans krijgen” (1 mei 2004), de Volkskrant
  2. Weblink bron “CDA: omroepen moeten meer kleur bekennen” (21 april 2006), de Volkskrant
  3. Weblink bron “Nickelodeon voorop in strijd om kinderen” (6 januari 2009), de Volkskrant
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.